Energie
Energiebesparing is belangrijk om Nederland vóór 2050 energieneutraal te maken. In het Nationaal Energieakkoord (SER) zijn afspraken gemaakt over energiebesparing, schone technologie en klimaatbeleid. Gemeenten en omgevingsdiensten zetten zich in om bedrijven te stimuleren om energiebesparende maatregelen te nemen. Dat is in veel gevallen een wettelijke verplichting. Maar het levert uw bedrijf vaak ook een besparing op!
Informatieplicht voor bedrijven
Bedrijven en instellingen moeten volgens de Wet milieubeheer (Wm) energiebesparende maatregelen treffen die zich binnen vijf jaar terugverdienen.
Energiebesparende maatregelen
Het doorvoeren van energiebesparende maatregelen is wettelijk verplicht voor bedrijven. Waar moet u rekening mee houden?
Energieverbruik en besparing
Energiebesparing levert veel op voor particulieren en bedrijven. Soms is er ook subsidie beschikbaar.
Duurzame energie
Naast energie besparen, kunt u ook zelf energie opwekken.
Energielabel kantoren
Per 1 januari 2023 moet elk kantoorgebouw minimaal energielabel C hebben.
Veelgestelde vragen over energie
In het Activiteitenbesluit staat dat bedrijven vanaf een bepaald energieverbruik (meer dan 50.000 KWh en/of 25.000 m3 gasequivalent) maatregelen moeten nemen om energie te besparen.
Vanaf 1 juli 2019 zijn zij ook verplicht om de genomen maatregelen door te geven, vanwege de zogenoemde informatieplicht. Dat doet u door in het e-loket van RVO een melding te doen. Hier geeft u alle relevante energiebesparende maatregelen door via een digitaal formulier.
Deze staan op de website van Infomil. Daar worden altijd de meest recente versies gepubliceerd.
Infomil heeft een tool ontwikkeld waarmee u voor uw eigen bedrijf of instelling kunt bepalen wat relevante energiebesparende maatregelen zijn. Deze vindt u hier. Vaak geeft dit zekerheid. Als het toch nog onduidelijk blijft, kunt u het beste de EML gebruiken die u het meest vindt passen bij de activiteiten van uw bedrijf.
Energiebesparende maatregelen in de erkende maatregelenlijsten hebben een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Deze maatregelen en de terugverdientijd zijn vastgesteld door de overheid, samen met de brancheorganisatie van de branche waar de EML over gaat.
Om het controlebezoek zo soepel en snel mogelijk te laten verlopen zorgt u ervoor dat:
– De toezichthouder de juiste persoon binnen uw bedrijf spreekt. Bijvoorbeeld het hoofd van de technische dienst, de energiecoördinator of de verantwoordelijke voor het energieverbruik.
– De toezichthouder toegang heeft tot technische ruimtes van uw pand.
– Documenten klaarliggen, zoals onderhoudsrapporten van installaties en de energie- en gasrekening(en).
– U vooraf aangeeft op de Erkende Maatregelenlijst welke maatregelen al aanwezig zijn en welke u nog wilt treffen.
Ja, dit kan via een natuurlijk moment. Dat wil zeggen dat deze maatregel genomen moet worden op het moment dat u de verbouwing of andere werkzaamheden start. Dit geldt niet voor maatregelen met een zelfstandig moment, want die verdienen zich altijd terug. Een maatregel met een natuurlijk moment, zoals het aanschaffen van energie-efficiëntere apparatuur, mag u treffen als de bestaande apparatuur aan vervanging toe is.
De opgewekte energie die de zonnepanelen leveren, worden niet van uw totale energieverbruik afgetrokken. Het gaat om het daadwerkelijke (bruto) energieverbruik. De meterstand is dus niet bepalend. Het totale energiegebruik van een bedrijf wordt berekend door de ingekochte energie en de zelf opgewekte energie op te tellen. Dat is ook logisch, want het gaat immers om de potentieel te besparen energie binnen uw inrichting. Meer informatie hierover vindt u op de website van Infomil.
Enkel een toezichthouder van de omgevingsdienst mag uw inrichting controleren en beoordelen. Wel kan een energiescan door een energiedviseur u helpen met het in kaart brengen van besparingskansen. Bijvoorbeeld door maatregelen die niet in de EML opgenomen zijn (bijvoorbeeld omdat de terugverdientijd meer dan vijf jaar is). Ook kan een energiescan u helpen bij het voldoen aan de informatieplicht, waarvoor u alle voor uw branche erkende maatregelen moet doorlopen. Daarbij is het wel belangrijk dat de energieadviseur bij het uitvoeren van de energiescan in ieder geval ook de EML voor uw branche gebruikt.
De drijver van de inrichting zal als eerste aangesproken worden door het bevoegd gezag. Bij verhuurde gebouwen of gebouwen met meer gebruikers, geldt in het algemeen dat de persoon die het in zijn macht heeft om de ‘overtreding’ te beëindigen, aan te merken is als drijver. Dit is niet altijd vooraf te zeggen. Het hangt vaak af van de inhoud van de huurcontracten. Meer informatie vindt u op de website van Infomil.
We kijken in zulke situaties altijd naar het gehele pand (en zullen dus met de verhuurder het controlebezoek plannen). Vervolgens bekijken wie welke maatregelen kan nemen. Bij verwarming of isolatie is dat vaak de verhuurder, maar bij verlichting vaak de huurder. Kort gezegd past de omgevingsdienst dan maatwerk toe, maar het pand als geheel blijft het uitgangspunt.
We hebben het over één inrichting als er sprake is van tot eenzelfde bedrijf- of instelling behorende installatie, die onderling een technische, organisatorische of functionele bindingen hebben. Meer informatie vindt u op de website van Infomil.
Praktisch betekent dat in het geval van één bedrijf met meerdere vestigingen dat iedere vestiging wordt gezien als één inrichting. Het gaat in dat geval ook niet om het totale energieverbruik, maar het energieverbruik per pand. Het kan dus zijn dat u meerdere inrichtingen drijft (en mogelijk dus ook meerdere energiecontroles krijgt). Voor de informatieplicht betekent het in ieder geval dat u per inrichting de Erkende Maatregelenlijst moet doorlopen.
Als het energieverbruik van uw woning gewoon onderdeel is van de energierekening van uw bedrijf, dan telt ook dat verbruik mee. Als het verbruik van de bedrijfswoning apart wordt gemeten, dan telt dat niet mee. Overigens is het in praktijk zelden zo dat het energieverbruik van de woning af te trekken is van het totaal van de inrichting. Dit omdat het onder de grens van de energiebesparingsplicht komt (50.000 KWh en/of 25.000 m3 aardgas): het verbruik van woningen is vaak te laag.
Het is begrijpelijk dat u bij verhuisplannen voor uw inrichting anders kijkt naar de terugverdientijd van de Erkende Maatregelen. Onze toezichthouders denken in zo’n situatie altijd met u mee. Daarbij geldt wel één belangrijke voorwaarde: u kunt uw verhuizing aantonen door een nieuw huur- of koopcontract te laten zien. Enkel uitgesproken voornemens zijn voor ons niet voldoende. Afhankelijk van het type inrichting en de eigendomssituatie kan het ook zijn dat wij besluiten de energiecontrole uit te voeren met de verhuurder van het pand. Zo voldoet het pand aan het wettelijk minimum zodra de nieuwe huurder het pand betrekt.