Kaliwaal

  • Leeuwensewaard, Druten

Het bedrijf K3Delta heeft een verzoek gedaan om meer bagger met PFAS te mogen storten bij baggerspeciestortplaats De Kaliwaal bij Druten dan is toegestaan volgens de huidige vergunningen. Deze verzoeken zijn behandeld door Rijkswaterstaat en de ODRN namens de provincie Gelderland.

Over de verzoeken

K3Delta heeft sinds 2011 een omgevingsvergunning Milieu om bagger te mogen storten. In deze vergunning staat geen norm voor PFAS, omdat voor deze stof pas in 2019 een landelijke tijdelijke norm is vastgesteld. Deze tijdelijke norm is gebaseerd op de zorgplicht uit het landelijk Handelingskader PFAS. Sinds dat moment heeft K3Delta toestemming om bagger te storten met gehalten tot die landelijke norm. Het bedrijf vraagt al langere tijd om bagger met hogere gehalten te mogen storten. Daarvoor zijn twee toestemmingen nodig: één volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en één volgens de Waterwet. Voor de eerste vergunning is de provincie Gelderland verantwoordelijk. De ODRN is namens de provincie gemachtigd om de aanvraag te behandelen. Voor de andere vergunning is Rijkswaterstaat namens het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat verantwoordelijk.

Over de procedure

K3Delta heeft een aanvraag gedaan om 70 microgram PFOA en 25 microgram overige Pfas per kilo te mogen storten. In opdracht van K3Delta heeft ingenieursadviesbureau Sweco onderzoek gedaan, met als conclusie dat het storten van bagger met deze norm geen grotere nadelige gevolgen voor het milieu heeft dan K3Delta al volgens de huidige vergunning mag veroorzaken.

De ODRN heeft namens de provincie aan ingenieursadviesbureau Arcadis opdracht gegeven om onafhankelijk te onderzoeken of het storten van de verontreinigde bagger tot de aangevraagde normen kan zorgen voor risico’s voor mensen en het milieu. Hierbij is Arcadis uitgegaan van de strengste waarden: de normen voor een drinkwaterbeschermingsgebied. De Kaliwaal ligt niet in zo’n gebied, maar toch zijn deze normen gebruikt om na te gaan of er ook op de lange termijn geen risico’s bestaan. Volgens het model van Arcadis moet de norm van 70 naar 7 microgram PFOA per kilo worden bijgesteld. Op basis van de onderzoeken in opdracht van de provincie zijn de aangevraagde normen dus naar beneden bijgesteld. Bij deze normen is er geen risico voor mens of milieu via het grondwater.

Ook Rijkswaterstaat heeft onderzoek gedaan naar de aangevraagde PFAS-norm. Op basis van de Waterwet is beoordeeld welke maximale gehalten verantwoord zijn voor de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Dat is dus een ander toetsingskader dan dat wat de ODRN voor de beoordeling van de Wabo-aanvraag heeft gebruikt. De norm is bij het onderzoek van Rijkswaterstaat verder naar beneden bijgesteld.
Het resultaat is twee sets met normen, voor de verschillende stoffen die deel uit maken van de verzameling PFAS. Een set is gebaseerd op de Waterwet door invulling van de zorgplicht, een op basis van de Wabo. Door het verschil in toetsingskaders kan dit niet anders. In de praktijk is K3/ Kaliwaal bij het storten van bagger met PFAS gehouden aan de laagste norm. De ene keer is de Waterwet de beperkende factor, de andere keer is dat de Wabo.

Ongewenste ontwikkeling

Dat de provincie Gelderland van plan is om de gevraagde vergunning te verlenen, betekent niet dat ze dit een gewenste ontwikkeling vindt. Een vergunning afgeven met een ruimere norm voor PFAS sluit namelijk niet aan bij het provinciale beleid. De provincie moet zich echter houden aan landelijke wetten en regels en ziet zich voor een dilemma geplaatst. De provincie gaat dit dilemma aankaarten bij minister Harbers van Infrastructuur & Waterstaat.

Vervolg van de vergunningprocedure

De aanpassing van de Wabo-vergunning is op 4 oktober 2022 vastgelegd in een ontwerpbesluit. Op dit voorgenomen besluit kon gereageerd worden door een zienswijze in te dienen. De provincie moet bij het nemen van het definitieve besluit rekening houden met die zienswijzen. Inmiddels heeft de provincie een definitief besluit genomen. Tegen dat besluit kan bezwaar worden gemaakt.

Rijkswaterstaat heeft de normen vastgelegd is een brief waarin de zorgplichten van het bedrijf worden uitgelegd. Dit is een informatieve brief waartegen geen zienswijzen of bezwaren kunnen worden ingebracht. K3/Kaliwaal moet zich houden aan de normen in die brief.

U kunt uw reactie achterlaten via:

Bezwaar indienen

Vergeet niet het OLO-nummer: 5002087 te vermelden.

De definitieve vergunning kunt u vanaf 14 februari 2023 bekijken. Tot 6 weken na 14 februari 2023 kan bezwaar gemaakt worden tegen het definitieve besluit. Bel voor meer informatie naar de ODRN 024 – 751 7700.

Veelgestelde vragen

Om bagger te mogen storten met PFAS in de Kaliwaal. PFAS staat voor poly- en perfluoralkylstoffen: chemische stoffen die gebruikt worden om producten water-, vuil-, stof- of vetafstotend te maken. Kaliwaal mag dit nu al op basis van de huidige vergunning, maar wil bagger met hogere gehalten Pfas te mogen storten dan nu op basis van de vergunning mag.

De Kaliwaal is een baggerspeciestortplaats bij Druten. De stortplaats wordt beheerd door K3Delta. Dit bedrijf heeft sinds 2011 een omgevingsvergunning Milieu om bagger te mogen storten. In deze vergunning staat geen norm voor PFAS, omdat voor deze stof pas in 2019 een landelijke tijdelijke norm is vastgesteld. Vanaf dat moment heeft K3 toestemming om bagger te storten met gehalten tot die landelijke norm. Zij vraagt nu om bagger met hogere gehalten te mogen storten.

K3Delta heeft twee vergunningen nodig: één volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en één volgens de Waterwet. Voor de eerste vergunning is de provincie Gelderland verantwoordelijk, voor de andere vergunning is Rijkswaterstaat namens het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verantwoordelijk. K3Delta mag pas (weer) aan de slag als het bedrijf beide vergunningen heeft gekregen.

De Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) werkt in opdracht van gemeenten en de provincie Gelderland. Namens de provincie Gelderland is de ODRN gemachtigd om de vergunningaanvraag te behandelen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

K3Delta heeft in eerste instantie een aanvraag gedaan om 70 microgram PFAS per kilo te mogen storten. In opdracht van K3Delta heeft ingenieursadviesbureau Sweco onderzoek gedaan. In dit onderzoek staat dat het storten van bagger met per kilo maximaal 70 microgram PFAS geen grotere nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt dan die K3Delta al volgens de huidige vergunning mag veroorzaken. Gaandeweg de onderzoeken, tegenonderzoeken en onderling contact is de aanvraag aangepast naar 25 microgram.

Ja. De ODRN heeft namens de provincie aan ingenieursadviesbureau Arcadis opdracht gegeven om onafhankelijk te onderzoeken of het storten van de verontreinigde bagger tot de aangevraagde normen kan zorgen voor risico’s voor mensen en het milieu.

Hierbij is Arcadis uitgegaan van de strengste waarden die er zijn: de normen voor een drinkwaterbeschermingsgebied. De Kaliwaal ligt niet in zo’n gebied, maar toch zijn deze strengste normen gebruikt. Dat is gedaan om uit te zoeken of er ook op de lange termijn geen risico’s zijn voor de volksgezondheid en het milieu. Volgens het model van Arcadis moet de norm vergaand naar beneden worden bijgesteld.

Nee, Rijkswaterstaat heeft op basis van de kaders en het beleid van de Waterwet beoordeeld welke normen zij verantwoord vinden voor de bescherming van de kwaliteit van het oppervlakte water. Dat is dus een iets ander toetsingskader dan dat wat ODRN voor de beoordeling van de Wabo-aanvraag heeft gebruikt. De norm is daarbij verder naar beneden bijgesteld. De normen zijn:

Aangevraagd in ug/kg d.s. Nieuwe norm (laagste norm op basis van….) in ug/kg d.s. Handelingskader (dec 2021) in ug/kg d.s.
Pfoa 7.0 7.0 (Wabo) 0.8
Pfos 25.0 6,8 (Waterwet) 3.7
Genx en overige Pfas 25.0 6,7 (Waterwet) 0.8

Voor de aangepaste vergunningen is onderzoek nodig vanuit beide vergunningen: vanuit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) én vanuit de Waterwet.

Arcadis heeft onderzoek gedaan op basis van de Wabo. Vanwege de gevoeligheid en de maatschappelijke discussie rondom onderwater storten is hierbij getoetst aan de strengste richtlijnen. Op basis van die richtlijnen van die wet voldoet 24 microgram PFAS per kilo.
Maar voor de aanvraag is ook een vergunning nodig volgens de Waterwet. Hierbij gelden andere richtlijnen. Op basis van deze richtlijnen blijkt dat de norm moet worden bijgesteld naar de normen zoals hierboven weergegeven. Voor beide vergunningaanvragen geldt nu deze norm.

De besluiten zijn op … vastgelegd in ontwerp besluiten. Eenieder mag reageren op die voorgenomen besluiten. Dat heet formeel het indienen van een zienswijze. De Provincie en Rijkswaterstaat moeten bij het nemen van het definitieve besluit rekening houden met die zienswijzen. Beide instanties nemen vervolgens een definitief besluit. Tegen dat besluit kan bezwaar worden gemaakt.

Deze beschikkingen zijn openbaar en gepubliceerd op de site van ODRN (link naar de dossier-site van ODRN). Daar kunt u de beschikkingen nalezen. Eenieder mag hierop schriftelijk reageren. Rondom dat moment zal uitgebreid via verschillende kanalen worden gecommuniceerd. Bij het definitief besluiten over al dan niet toestaan moeten de Provincie en Rijkswaterstaat rekening houden met die inbreng. Daarna krijgt K3Delta al dan niet de gevraagde uitbreiding van de vergunning.

Een uitgangspunt van de Wabo is dat een vergunning niet mag worden geweigerd als er geen extra of geen grote nadelige gevolgen zijn voor het milieu in vergelijking met de huidige vergunning. Uit onderzoek blijkt dat er geen extra of geen grote nadelige gevolgen te verwachten zijn. Daarom kan de provincie de vergunning niet weigeren.

Dan is de kans zeer groot dat de rechter ons besluit vernietigt. De provincie moet dan alsnog de vergunning verlenen. Ook kunnen we te maken krijgen met forse schadeclaims van K3Delta vanwege vertraging van de werkzaamheden en misgelopen inkomsten.

Dit blijkt uit een vergelijkbare zaak uit 2019. Het bedrijf DIW wilde toestemming om bagger te mogen storten met verhoogde PFAS-waarden in Buren. We hebben als provincie dit verzoek geweigerd. DIW ging naar de rechter en de vergunning moest alsnog worden verleend. Er zijn verdere schadeclaims vanuit DIW voorkomen door met elkaar in gesprek te blijven. Omdat de vergunningaanvraag voor de Kaliwaal bijna hetzelfde is, gaan we ervan uit dat een weigering van deze vergunning ook wordt vernietigd door de rechter.
Een overheidsorganisaties en bevoegd gezag kan niet willens en wetens een juridisch onhoudbaar besluit nemen en het bij de rechter er op aan laten komen.

Buiten Gelderland liggen drie rijksdepots om bagger op te slaan. We hebben de vraag gekregen of dit niet een oplossing is. Maar daar kunnen we niet op sturen: als er een aanvraag wordt gedaan voor een vergunning op een bepaalde locatie, zijn we verplicht om binnen een bepaalde termijn een besluit nemen over die specifieke aanvraag.

We vinden het ongewenst om een vergunning af te geven met een ruimere norm voor PFAS. Dit sluit ook niet aan bij het beleid van de provincie. Maar we moeten ons houden aan landelijke wetten en regels. We hebben dus te maken met een landelijk dilemma maar door de aanwezigheid van twee onderwaterstortplaatsen in Gelderland speelt het hier des te zwaarder. We gaan dit ook bij de minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat onder de aandacht brengen.